Provocatieve therapie: More Sillyness
Door helemaal JA te zeggen tegen de staat van de client kon ik haar de gelegenheid geven om te doen wat nodig was.
‘Ja-zeggen’ tegen dat wat is en dat gecontroleerd vergroten is een onderdeel van de provocatieve therapie.
Vandaag kwam er een Amerikaanse cliënte bij mij. Ze is heel hard bezig om als alleenstaande moeder haar zonen op te voeden. We hebben bruikbare strategieën en grenzen besproken die ze heel trouw toepast.
Maar vandaag is er iets anders, ik pik een flow op die ik besluit te volgen. Ze zucht en ik zie dat ze moe is. Laten we eerst mediteren, zeg ik.
Dat lijkt me een heel fijn idee, zegt Meghan. Na de meditatie vraag ik haar wat voor gevoel er overheerst. Ze geeft aan dat het haar allemaal te veel is. Ik vraag of het moeheid is. Heel moe, zegt ze.
Ik pak mijn matje, spreid daar wat dekens over uit en laat haar liggen. Ik doe mooie muziek aan, er zijn hele mooie Ayahuasca play lists, waarbij je niets hoeft te gebruiken. De opdracht is te blijven liggen zolang ze wil, desnoods tot het eind.
Ik vertrouw er op dat zij weet wat goed voor haar is.
Ik zit naast haar en geniet ook van de muziek.
Als ik dit nu mijn mede psychotherapeuten zou vertellen, dat een cliënt laten liggen een behandelstrategie is dan zal menigeen zich over het hoofd krabben.
Weet deze mevrouw wel wat ze doet?
Waar is dit nu de oplossing voor?
Is ze zelf niet moe?
Dat laatste ja, ik was ook wel toe aan rust. Maar verwar dit niet met dat ik dit deed voor mezelf. Door helemaal JA te zeggen tegen de staat van de client kon ik haar de gelegenheid geven om te doen wat nodig was. ‘Ja-zeggen’ tegen dat wat is en dat gecontroleerd vergroten is een onderdeel van de provocatieve therapie.
Na een half uur ging ze weer naast me zitten
Wat is er nu, vroeg ik?
Rust en ook een beetje blèèh. Cliënten geven doorgaans goed met geluid aan wat hun gemoedstoestand is. Zaak is het om die wat te vergroten. Dus ik deed blèèèh in het kwadraat. Toen ontstond er een grote zucht en een grom. Ik zuchtte nog meer en stak mijn tong uit. Zij stak ook haar tong uit en dit werd van kwaad tot erger tot ik het volgende deed:
Ik stak mijn beide middelvingers op en gilde de ruimte in: Fuck you!!!
En de tranen rolden over haar wangen.
Ja ja já! Dat is het! Fuck you , ik wil tegen iedereen fuck you zeggen, oh wat heerlijk dat je dit gewoon doet, dat voel ik ook, dat wil ik ook!! Oh wat zalig puberaal dit is gewoon silly!!
En voilà, het antwoord op de vraag in de sessie (die ze niet gesteld had maar die ik voelde in onze resonantie) was:
Je moet elke week een fuck you dag inlassen. Een dag waar je de kinderen 10 Euro geeft om zelf eten te kopen. Koop wat mij betreft voor 10 Euro spekjes, I don’t care. Mama is er niet, mama is in staking en heeft een fuck you dag. More sillyness! riep ze strijdvaardig.
Ik opperde dat ze misschien ook alvast een luier aan kon doen zodat ze ook niet meer naar de WC hoefde die dag. Dubbelgevouwen van het lachen zei ze dat dat wellicht net te veel van het goede was, maar hé, dan konden de zoons vast oefen voor later.
Wat zijn jongens (mannen) toch vreselijke wezens, verzuchtte ze. Ja dat klopt zei ik, we houden het alleen uit met een fuck you dag. Weer samen lachen.
En de jongens? Die vinden het best dat mamma en fuck you dag heeft. Een lossere mama is voor hen ook fijn.
Foto by Braydon Anderson
Is therapie grappig? Luister naar de podcast van de psychologen Adélka en Antoinette
Your browser doesn't support HTML5 audio